Eerste kerstdag. Een heerlijke dag vol gezelligheid, samen spelletjes spelen en lekker eten.
Of niet.
Zoonlief is bij zijn mama. Tweede kerstdag komt hij met oma mee naar ons toe.
Bonuszoon kan het kerstontbijt (heel sjiek, chocopops) nog net opeten voordat zijn vader voor de deur staat. We zwaaien ze enthousiast uit terwijl de fiets in de verte verdwijnt en wij met ons drieën overblijven.
De oudste zit aan tafel te knutselen en te schrijven. De jongste drentelt wat rond en speelt her er der met verschillende speeltjes of leest een boekje. En ik?
Ik zit als een bos bloemen aan tafel. Maar dan wel een bos bloemen waar je eigenlijk al geen fatsoenlijke vaas voor had toen je ze kreeg en ze daarom al anderhalve week geen vers water meer hebt gegeven.
Want tja, ik heb vakantie. En na drie maanden lang thuis en op kantoor stressmomenten aaneengeregen te hebben, ben ik daar wel aan toe. Zowel geestelijk als lichamelijk. En dus ben ik snipverkouden.
Nou is die aandoening geen vreemd verschijnsel bij ons in huis. Mijn vrouw heeft al een week vakantie en begon volgende week dus met snotteren. Dochterlief heeft een ochtendje proef-gespeeld bij de peuterspeelzaal en loopt sindsdien ook al sinds eind vorige week met een snottebel. Die weet inmiddels wat ze er mee moet.
Als ik 's middags met de kleine dame in mijn bed lig, laat ze dat ook merken ook. Niet om te slapen trouwens, dat wilde ze nou juist niet. Maar ze vindt mijn bed lekkerder liggen dan het hare, denk ik. Want na drie keer op en neer lopen ligt haar hele verzameling vriendjes onder mijn dekbed. Kijk, is er toch een beetje kerstgezelligheid
De rol wc papier naast mijn bed is vervolgens ook interessant. Die kan je leuk afrollen en papiertjes van scheuren.
"Papa heeft een snottebel."
Het is geen vraag, maar een statement. Klopt nog ook, want mijn neus heeft sinds gisteren al geen enkele nuttige bijdrage geleverd aan mijn zuurstofvoorziening.
"Ik help je wel. Blijf maar liggen."
Met een vakkundig afgeritst velletje staat ze naast mijn bed. Haar ene handje op mijn voorhoofd, haar andere om mijn neus gevouwen.
Ik kijk haar vertederd aan van onder mijn dekbed en fluister haar toe dat ze lief is.
"Jahaa, eigenlijk wel helemaal."
Ben ik helemaal met je eens hoor. Ik kan me eigenlijk geen schattigere zuster wensen.
Vrolijk Kerstmis iedereen. Ik ben in goede handen.