Cadeautjes krijgen is leuk. Daar kunnen we het denk ik allemaal over eens zijn. Zelfs zó leuk dat je er helemaal blij van wordt.
Vorige week liet de jongste telg van de familie het predicaat dreumes achter zich. Ze is nu officieel een peuter, inclusief de binnenkort startende peutergym en de reeds aangemelde peuterspeelzaal van volgend jaar.
Zo'n dag begint dan al leuk. Ze heeft het vast en zeker aangevoeld, want om half zeven staat ze al te stuiteren in haar bed. Papa en mama die dan zingend je kamer binnen komen. Meteen om zeven uur al verjaardagsvisite van kleine vriendjes en vriendinnetjes, want mama moet gewoon werken. Papa ook, dus twee enthousiaste peuters zwaaien hem uit.
Dan is er cake, mét slagroom én hagelslag. Wat een geluk. Wat een heerlijke filmpjes krijg ik dan doorgestuurd.
En als je dan twee wordt, horen daar natuurlijk cadeautjes bij. Zelfs van de buren - allemaal opa's en oma's van eigen kleinkinderen. Nog meer geluk.
's Middags nog meer feest. Papa, broers, nog meer cadeautjes. Iedere keer als de deurbel gaat, rent ze er als een dansende pinguïn met blije voetjes op af. Iedereen wordt met hetzelfde enthousiasme begroet. Alle cadeautjes worden met hetzelfde plezier ontvangen en vervolgens met opperste concentratie uitgepakt.
's Avonds val je dan moe maar uitermate voldaan als een blok in slaap. Want ook dat hoort er bij.
Maar dan is het nog niet afgelopen. Want er hoort natuurlijk ook nog een feestje bij met opa en oma's en ooms en tantes! Dus op zaterdag begint het weer helemaal opnieuw.
Ze is nog net zo blij. Ze onthaalt nog net zo enthousiast en dartelt nog net zo vrolijk van de een naar de ander. Vol trots laat ze iedereen haar cadeautjes zien. Een mooie paarse kinderwagen voor haar pop. En een wipstoel én een bedje. Allemaal voor haar poppie.
Die drie cadeautjes krijgt ze van papa en mama. Want papa en mama vinden dat het tijd wordt dat er eens wat meer meisjesheid in het kleine mensje komt.
Begrijp me niet verkeerd hoor, ik hou zielsveel van haar zoals ze nu is. Maar met twee een stukje oudere broers, is deze dame de gedoodverfde kandidaat om met gaten in haar spijkerbroek terug te komen van tweeënhalf uur bij de peuterjuf. De peuterjuf die dan, met een hoofd zo rood als een rijpe tomaat, achter dochterlief aan rent omdat ze weer eens een keer ontsnapt is en aan het klauterrek van de basisschool hangt te bungelen.
Of, zoals ik het gisteren nog omschreef toen mijn vrouw me vroeg of de kleine meid haar eerste peutergym vanochtend leuk zou vinden:
"Ik denk dat je moeite zult hebben om die rauwdouwer mee terug naar huis te krijgen."
Afijn. Een kinderwagen waarmee ze pop rond kan rijden. En kan botsen tegen deurposten en lange benen. Een wipstoel waarmee ze pop kan wiegen. En lanceren door de kamer. Een bed waarin ze pop kan laten slapen. Netjes ingestopt onder een dekentje.
Ja, dat bed is het enige waar ze eigenlijk nog niks ik-ben-geen-meisje-meisjesachtigs voor heeft kunnen verzinnen. Dus daar doet ze dan maar mee wat de bedoeling is.
Pop er in, knuffels er bij, dekentje erover. Slaap kindje slaap zingen.
"Slaap lekker poppie. Tot morgen!"
Ach, en dat je dan drie tellen later weer in de kamer staat, mag de pret niet drukken.