Het is een traditie waar ik ben ingerold. Eens per jaar, ergens in januari, gaat de schoonfamilie een weekendje weg. Lekker naar een vakantiepark, veel zwemmen, leuke spelletjes doen, te laat opblijven en samen lekker eten. Dat soort dingen. Erg gezellig allemaal. De kinderen kijken er wekenlang naar uit en als het eenmaal zo ver is, gaan ze helemaal los.
Twee jaar terug mocht ik voor de eerste keer mee. De jongens, kleine helden op grote slippers, hadden toen net wel en net niet hun A-diploma. Met blauwe drijvende banden om hun middel geknoopt, werd er - tussen het spelen, spetteren en kledderen door - toch ook nog even geoefend. Intrekken, buigen, pas op voor die meneer, sluit, zeg maar.
Vorig jaar was dat al anders. De oudste had al B, de jongste bijna. Maar, dat verschil was nauwelijks merkbaar, want voor de jongste was het een soort 'thuiswedstrijd'. Bekend terrein, want zijn moeder werkte toentertijd op dat park. Zwemmen deed hij in dat bad dus regelmatig. Ze waren allebei al een stuk zelfverzekerder en deden niet voor elkaar onder. De wildwaterbaan? Daar was het te doen! Keer op keer gingen ze opnieuw. Al helemaal toen ze ontdekten dat des te later op de avond het werd, des te harder het water stroomde. Holadiee!
Dit jaar is er geen enkele twijfel meer. Beiden voorzien van hun welverdiende C-diploma en bewapend met een gezonde dosis lef, duikelen ze over elkaar heen het water in. Zoonlief kan niet wachten om nat te worden. De tas staat nog niet bij een vroeg veroverde tafel of hij vraagt al of hij mag gaan zwemmen. En dan kun je zien hoe hard die kids eigenlijk vooruit gaan.
Twee jaar terug was het nog: "Ja hoor, even op mij wachten dan loop ik mee."
Vorig jaar was het: "Ja hoor, ga maar vast. Ik kom er meteen aan."
Dit jaar is het: "Ja hoor, je weet waar we zitten."
Dat is het teken waar hij op gewacht heeft. Ons tafeltje staat op het einde van het golfslagbad. Aan de twee-meter-diep-kant dus. De brullende aap heeft zichzelf aangekondigd en het onstuimige water lonkt vanuit de diepte naar zijn heldhaftigheid. Hij kan het niet weerstaan.
Een, twee, drie stappen. Een majestueuze sprong, een oerkreet en dan...
Dag kerel. Veel plezier. Je weet waar we zitten."Bommetjeeeeeeeeeeeeeeeee!!!!!!!"
Ach, wie maak ik wat wijs.
Ik schop mijn slippers uit, geef mijn dochter nog een kus op haar al bijna bezwete voorhoofd, mijn vrouw op haar warme lippen en bombardeer het golvende water nogmaals, maar nu met mijn eigen opgerolde lichaam.
Ik zal hem eens laten zien hoe je een fatsoenlijk bommetje maakt.