Weet je wat ik nou echt fijn vind? Na een week hard werken, naar buiten kunnen gaan.
Werk ik hard dan? Nou ja, niet lichamelijk. Wel geestelijk. Veel nadenken en veel typen. Mijn vingers zijn de enige ledematen die spierballen hebben.
Maar omdat ik de hele dag achter de computer zit, vind ik het juist heerlijk om naar buiten te gaan. Daarom breng ik 's ochtends ook altijd de kinderen naar school. Soms omdat het moet, maar meestal omdat ik dan mijn werkdag met een frisse neus kan beginnen. Dat ik niet vanuit mijn bed de trap op kruip en mijn ontbijt achter de laptop eet, zeg maar.
Ook tijdens de middagpauze ben ik vaak buiten. Al is het maar even om een frisse neus te halen terwijl ik iets in de container ga gooien.
Woensdagen en weekenden zijn helemaal ideaal. Dan heb ik namelijk standaard vrij. En vooral op de woensdagen dat zoonlief bij zijn moeder is, en ik dus alleen met dochter thuis ben, zijn dan ideaal om tijd buiten te besteden. Ik steek dan graag de handen uit mijn mouwen en graaf, schep en ploeg in onze tuin. Uiteraard samen met onze eigen kleine blonde eco-warrior, die wormen, mieren en kevers vol liefde beschermt tegen mijn schep en hark.
Maar weet je waar ik nou echt een hekel aan heb? Het weer van de afgelopen maanden...
Ik ben verdorie 5 weken bezig geweest met een stoepje te leggen. Ik doe dat namelijk op woensdagmiddag, zo'n uurtje of twee tot drie achter elkaar. Niet te lang, maar als je een beetje door werkt kom je toch een heel eind.
Behalve als het plenst van de regen, of je verbrandt door de zon, bekogeld wordt met hagel, je worteldoek weggeblazen wordt door de storm of er een laag sneeuw ligt. En ja, dat waren dus vijf woensdagen achter elkaar.
Uiteindelijk ben ik maar een keer op zondag om 08:30 begonnen. En voordat vrouwlief tegen 11 uur uit bed kwam (heerlijk, dat om de beurt uitslapen), waren dochterlief en ik al een heel eind op weg.
Ook de afgelopen week is het prutweer. Maar gelukkig, vandaag lijkt het beter. Terwijl ik van achter mijn laptop door het zolderraam naar buiten kijk, bedenk ik wat we allemaal kunnen doen vanmiddag. Vol enthousiasme ga ik dan ook naar school om mijn dochter op te halen.
Dat drukt mijn enthousiasme al wat. Want die zon die ik tegen elf uur zag, is nu nergens meer te bekennen.
We gaan naar de winkel voor lunch. Als we buiten komen, is het lekker zonnig. We smeren onze broodjes en gaan in de tuin zitten.
Ik heb mijn bord net leeg. Maar mijn lunchpartner is pas halverwege als begint het te regenen. Binnen de rest opeten dus.
Als haar bord leeg is, is het droog. Laten we de radijsjes en boontjes gaan verplanten!
De boontjes zijn klaar, het begint te regenen.
De koffie is op, het is weer zonnig.
We zijn halverwege met de radijsjes, het regent.
Onze koekjes zijn op, het is stralend weer.
...
En zo gaat het de hele middag door. Echt, ik word er tureluurs van.
Nee, ik ben niet van suiker. Een beetje regen boeit me dan ook niet. Maar ik weet niet waar ik aan toe ben. Ik kan met mijn winterjas aan naar buiten, om het 5 minuten later veel te warm te hebben maar tien minuten later te vernikkelen. Het slaat nergens op.
En dochterlief ook. "Mag ik mijn t-shirt uit, want het is lekker weer," vroeg ze me tijdens de lunch. Nah, laat maar aan, zo warm is het ook weer niet. Ze kijkt me boos aan, maar twee minuten later vraagt ze of ik haar vest kan gaan halen. Want het is toch wel een beetje fris.
En nu? Nu is het 17:00 en hebben we het opgegeven. Dochterlief hangt op de bank en kijkt Paw Patrol. Ik zit aan tafel, kijk naar buiten en vervloek het lekkere weer. Want zodra ik ook maar de gedachte krijg om naar buiten te gaan, is dat al met de noorderzon vertrokken.