Eigenlijk is het heel grappig hoe snel we dingen overnemen van kinderen. Ze zijn aanstekelijk op de een of andere manier. Natuurlijk, ontzettend schattig in hun eigen kopiërende gedrag, maar ook als ze al wat ouder zijn.
Vorige week loop ik met mijn zoon naar school. Normaal gesproken zit hij bij mij achter op de fiets, maar dat loopt net even wat anders. Hij heeft een spreekbeurt over Aikido en ik sjouw met twee houten stokken en zwaarden over straat, zodat hij ze die middag vol trots kan laten zien. Helemaal cool, de uitrusting van de Sensei.
Maar, lopen is saai. Hij wil altijd wat te doen hebben en verzint een spelletje. Kraaien tellen. Een, twee, daar nog een! Zo gaan we door. Vanaf de tien tellen ze dubbel. Na de twintig niet meer. Eindscore? Vierentwintig. Wat een spanning, echt leuk zoiets
Niet dus.
Maar ja. Het is nog vroeg, je loopt ook niet zwijgend tien minuten langs elkaar en dus doe je maar mee.
Het nadeel van naar school lopen, is dat ik vervolgens ook weer terug naar zijn moeders huis moet om mijn fiets op te halen. En dan loop je alleen. Diezelfde route terug, net zoals menig andere ouder die ik even daarvoor nog in de wandelgangen tegen kom. Ik vraag me af waar zij aan denken. "Moet ik zo meteen weer met Pietje in gesprek over dat koffiezetapparaat." Of "hopelijk houdt Willem vandaag z'n kwebbel even dicht zodat ik door kan werken." Of misschien wel gewoon "nog maar een dag en dan is het weekend!".
Ik zou daar ook aan kunnen denken. Zo veel speelt er op mijn werk dat ik eigenlijk niet eens weet waar ik moet beginnen. Luttele zaken die mijn aandacht behoeven. Maar ik denk helemaal nergens aan. Of nou ja? Wel ergens.
Vijfentwintig. Zesentwintig. Vanaf de dertig tellen ze vast ook dubbel. Verdorie, waarom vliegt die nou net nu weg?
Dat bedoel ik. Aanstekelijkheid.
Diezelfde zoon heeft z'n zusje ook wat nieuws geleerd. Dat zusje heeft er namelijk een handje van om niet te knuffelen en geen kusjes te geven. Moet je net bij deze pipo zijn, want die doet juist niets liever. Daar moet dus wat op verzonnen worden.
Even denken...
Laat ik er een spelletje van maken!
Natuurlijk werkt dat. Niet. Dachten we. Maar het werkt dus wel. Ken je dat liedje van vroeger nog, waarmee je koos wie er in je team kwam? Iene miene mutte? Nou, vroeger waren dat nog gewoon twee regels, totdat er een 'baas' werd aangewezen. Toen mijn nichtje in groep vier zat, kwamen er al een paar regels bij. Tegenwoordig is het een boekwerk wat Shakespeare zelf geschreven zou kunnen hebben. Iets met cowboys en bananen en weet ik wat allemaal nog meer. Ik hoop dat ze tijdens de gymles een andere manier hebben om kids samen te laten spelen.
Ik dwaal af. Maar, het principe is wel hetzelfde. Niet meer gewoon "kusje?" Nee, tegenwoordig is het:
1. High Five
2. Boks
3. Knuffel
4. Kusje
Zondagavond komt mijn moeder onverwachts langs. "Slapen de kids al?" vraagt ze hoopvol als ik de deur voor haar open doe. Nee, ze liggen er bijna in, maar ga nog maar even naar boven.
Dochterlief glimlacht even als oma opeens voor haar neus staat. Meer komt er niet echt uit, maar dat kan ook liggen aan dat ze moe is van het douchen. Minuten lang kijken ze elkaar stilzwijgend aan. Oma probeert de stilte nog te verbreken. Of ze een knuffel wil. Misschien gaat ze lachen van een gekke bek. Op de hurken een kusje vragen. Niets werkt. Nee moeders, dat gaat hem niet worden zo. Keep up.
En dus leert mijn moeder in rap tempo wat de volgorde is. Dan pas krijgt ze een kusje van haar kleinste kleinkind. Bij de andere vier hoefde ze daar niet zo veel moeite voor te doen.
Maar stiekem is het toch wel grappig.