Af en toe heb je er van die dagen tussen zitten, dat alles tegen zit. En dan bedoel ik ook alles met een dikgedrukte hoofdletter A. Dat je jezelf afvraagt waar de reset-knop van vandaag is. Eén druk op een mooie glitter-roze knop en hop, het is weer 06:30, je ligt nog in bed en de wekker gaat net af.
No such luck.
Neem een gemiddelde vrijdagochtend. Niks aan de hand, behalve dat ik om 07:35 -een kwartier nadat mijn trein is vertrokken- nog op het station zit. Niet omdat ik de trein gemist heb hoor. Nee, ik was ruim op tijd. Maar net terwijl de wit-blauwe sprinter het station binnen komt rijden denk ik: "hey, waar is mijn fietssleutel eigenlijk?"
Dit behoeft misschien enige toelichting. Ik heb namelijk twee fietsen. 's Ochtends fiets ik vanuit huis naar het station. Daar pak ik de trein naar een andere stad, waar een andere fiets op mij staat te wachten om mij naar mijn werk te brengen. De fietssleutel in kwestie betreft in dit geval de fietssleutel van mijn werk-fiets.
In alle haast voel ik door mijn jaszakken en controleer het vakje in mijn tas waar de sleutel altijd in zit. Niks. Verdorie.
Dan maar als een of andere gepikeerde clown uitchecken terwijl de trein voor mijn neus staat. Fiets pakken, naar huis rijden. Denken "waar is dat stomme ding?" Mentale radartjes komen stroef op gang.
Ik had mijn jas niet aan dinsdag, die zat in mijn tas. Ik heb mijn fietssleutel in mijn jaszak gedaan, maar mijn jas heb ik aan en daar zit de sleutel niet in. Dan zit die misschien nog in mijn tas, maar in 't grote vak. Stoppen, zoeken, vinden. Vloeken. Trein voor niks gemist.
Nou ja, goed dan. Omdraaien dan maar. Intercity pakken? Te weinig tijd. Terug naar het station. Verdorie, geen flesje water bij me. Mezelf uitschelden, want waarom ben ik gisteravond ook al weer niet van mijn luie achterwerk af gekomen om mijn laptop op te laden? Ik dacht nog "ach, ik heb morgenvroeg toch geen laptop nodig" terwijl ik een Middeleeuws leger op een kasteel af liet stormen. Maar wacht eens? Was ik dan even vergeten dat ik potjandriedubbeltjes iedere twee weken op vrijdag een blogpost zit te typen op 't station omdat ik niet om kwart voor acht al bij mijn ex binnen wil staan? Ja dus.
Bottom line: Ik zit op het station. Dorst. Bijna dode laptop. Chagrijnig als een ijsbeer in de sahara en in het vooruitzicht een zweetgutsende fietstocht om toch nog op tijd bij zonlief te zijn zodat ik hem naar school kan brengen.
Dit alles ventileer ik in een stroom berichtjes naar mijn vrouw. Even later klinkt een tingeltje en komt er een appje binnen en zie ik mijn dochters glimmende gezichtje in beeld.
"Papa is een beetje mopperig."
Nee joh, meen je dat nou? Had ik nou nooit geraden.
"Krijgt papa een kus?"
Vol enthousiasme wordt er zevenenvijftig seconden lang naar het scherm gezwaaid en worden kusjes geblazen. Alle kinderen -het zijn er vier op dat moment- doen mee. Er wordt me een fijne werkdag gewenst, nog meer kusjes en er wordt me verteld dat er een huismus op de schutting zit (erg belangrijke informatie, toch?). Op de achtergrond spartelt een babietje vrolijk in de box.
Ik voel de chagrijnigheid van me afglijden. Nog voor dat de volgende trein goed en wel stil staat, lach ik breed en kan ik er weer tegen voor vandaag.
Geef papa nog maar een kus. Wordt-ie vrolijk van.