Zoals beloofd, het spontaan verzonnen verhaal van mijn vrouw.
Er was eens een stoel. Een mooie, oude stoel. Zo oud en mooi, dat hij in een museum stond.
De stoel zag in dat museum alles. Vooral billen natuurlijk. Want tja, iedereen wil wel op zo'n mooie stoel zitten, toch? En als ze dan klaar zijn met zitten, staan ze op en lopen ze, zonder nog maar eens om te kijken, weg.
Op een dag komt er een meisje naar het museum. Met haar ouders, want alleen mag ze nog niet. Maar het museum is groot en haar beentjes zijn maar klein. Als ze bij de stoel komen, ploft het meisje uitgeput neer.
"Gaan jullie maar verder hoor, ik blijf wel even hier zitten op deze hele mooie stoel."
De zitting is zo zacht dat ze er heerlijk in kan liggen. Zo doezelt ze lekker weg.
"Dank je wel dat je me mooi vindt."
De ogen van het meisje schieten open. Ze kijkt om zich heen, maar er is niemand in de buurt.
"Psssst, hier beneden."
Het meisje spiekt over de rand, maar ziet daar niets. Ook voor, achter en naast haar ziet ze niets dat zo'n mooie donkere stem kan hebben.
"Ik ben het. De stoel waar je zo lekker in hebt liggen slapen."
Vol verbazing kijkt ze naar de stoel. Ze zal nog wel dromen. Want dat kan natuurlijk helemaal niet.
"Jawel hoor. Als je er maar in gelooft, kan alles. En ik kan dus echt wel praten."
Het meisje kijkt om zich heen. Het is wel heel rustig. Er zijn geen volwassenen meer in de buurt. Ook geen kinderen. Ze ziet zelfs niet eens dieren!
Dan wordt ze een beetje bang. Want alleen zijn, dat is toch niet zo heel leuk.
"Dat snap ik. Maar er is niemand meer. Zelfs de nacht bewaker is al naar huis. En je bent niet alleen. Niet echt tenminste. Je bent bij mij!"
Het meisje is er nog niet helemaal zeker van. Ze laat zichzelf van de stoel af geleiden en loopt een rondje er om heen. Er is inderdaad niemand meer te zien. Wel vindt ze een deken, die ze mee terug op de stoel sleept.
Ze kruipt helemaal achter tegen de stoel aan en wurmt zich in de zachte deken.
"Mag ik vannacht alsjeblieft bij jou blijven," vraagt ze de oude stoel.
"Natuurlijk. Bij mij ben je vannacht veilig. En ik kan je heeeeeel veel verhalen vertellen, want er hebben al heel veel billen op mij gezeten. Van koningen en koninginnen, van ridders en prinsessen. Kies maar iets!"
Het meisje legt haar hoofd tegen de stoel aan en denkt even na.
"Iets over een stoere prinses."
Dat lijkt haar wel wat. Want stoere prinsessen zijn nooit bang. Ook niet alleen, in het donker, in een vreemd kasteel.
De stoel begint te vertellen. Hij vertelt over een mooi meisje van net wat ouder dan zij zelf, met lange blonde haren en mooie blauwe ogen en een aanstekelijke en vriendelijke glimlach. Over hoe een vervelende ridder haar achterna zit en op sluit en over hoe de prinses doet alsof ze ontsnapt is door zichzelf te verstoppen en zo een hele nacht weg is van de ridder.
En net als de stoel wil gaan vertellen over hoe de koning en koningin bij het kasteel van de vervelende ridder aan komen om hun prinsesje te redden, schudt een grote hand zachtjes tegen de schouder van het meisje. Met slaperige oogjes kijkt ze op en glimlacht.
De koning en koningin uit haar droom staan voor haar, samen met een hele mooie ridder met een blauw uniform en een grote zaklamp. Het meisje klautert onder haar deken vandaan en vliegt de koning om zijn nek.
"Oh papa, ik heb je zo gemist!"
In de armen van de sterke papa, met mama er naast frummelend met de warrige haren en verfrommelde kleren van het meisje, blijft ze naar de stoel kijken.
"Dag stoel," roept ze hem toe. "Dank je wel voor de mooie verhalen!"
Papa en mama kijken elkaar vreemd en verbaasd aan. Maar de mooie ridder knipoogt naar het meisje. Hij weet wat ze bedoelt.
Jan 9, 2019
Sjaan Kruter
Fantastisch vertelsel, ik wist dat jij verhalen kunt schrijven!
Goed gedaan.😉